Dit museum is gewijd aan Betje Wolff. Een schrijfster met lef en een scherpe pen die baanbrekend werk heeft geleverd door over controversiële onderwerpen te schrijven, zoals vrouwenrechten, religie, democratie en slavernij. Betje Wolff werd op 24 juli 1738 als Elizabeth Bekker, in Vlissingen geboren. Ze was de jongste van de vijf kinderen uit het gezin. Al snel bleek dat Betje een groot talent voor schrijven had. Toen Betje 13 jaar was, overleed haar moeder, hetgeen zeer ingrijpend was voor haar. Mede daardoor begon Betje rebels gedrag te vertonen. Zo veroorzaakte Betje een groot schandaal door er op haar 17de een maand vandoor te gaan met een 23 jarige vaandrig (officier in opleiding). Heel Vlissingen sprak er schande van en Betje raakte in een isolement. Vier jaar later werd ze uitgehuwelijkt aan de 30 jaar oudere Adrianus Wolff, dominee uit de Middenbeemster. In 1759 kwam Betje in de pastorie in de Beemster te wonen. Ze miste Vlissingen en had moeite om haar draai te vinden. In schrijven kon ze zich echter volledig verliezen. Ze deed dit, vaak ook 's nachts, op zolder in haar kamertje dat ze ‘Kipperust’ noemde. Betje werd steeds bekender als schrijfster, dichter en vertaalster. Ze stelde zich onafhankelijk op, had lef en schreef over zaken die ook nu nog actueel zijn. Zo publiceert ze over de opvoeding van meisjes, waarin ze de nadruk legt op het stimuleren van hun zelfbewustzijn en hun persoonlijke ontwikkeling. Hoewel Betje dol was op kinderen, kregen zij en haar man zelf geen kinderen. Nadat haar man in 1777 overleed, kwam Aagje Deken bij haar wonen. Ondanks hun totaal verschillende karakters (bij hun eerste contact kregen ze al ruzie) vormden ze een hecht duo en gingen ze samen schrijven. Kort na het overlijden van Adrianus vertrokken ze naar De Rijp. In 1781 maakte een erfenis het mogelijk om buitenhuis Lommerlust in Beverwijk te kopen. Vanaf 1788 verbleven ze in Frankrijk. Door geldgebrek moesten ze in 1797 echter terugkeren naar Nederland, waar ze in Den Haag gingen wonen. Daar overleed Betje op 5 november 1804 op 66 jarige leeftijd. Aagje heeft daarna geen woord meer uitgebracht en stierf negen dagen later.
Heel bijzonder om in het huis rond te lopen waar Betje heeft gewoond en gewerkt. Het huis zelf is zeker ook de moeite waard om te bekijken. In het een huis is een aantal stijlkamers uit verschillende tijdperken ingericht. De kamers laten goed zien hoe er vroeger gewoond en geleefd werd in de Beemster. Achter het huis ligt een mooie tuin met een boomgaard, een kruidentuin en een moestuin.
Kreintje
3 weeks ago (Weekend)